De verpleegkundige diagnose rouw
Als verpleegkundige/verzorgende kun je volgens Carpenito de ‘diagnose rouw’ stellen. Maar
wat betekent dit nu precies in de praktijk? Rouwen kunnen we volgens Carpenito definiëren
als ‘een natuurlijke menselijke reactie van onder andere psychosociale en fysiologische aard
op een feitelijk of vermeend verlies (denk aan een persoon, lichaamsfunctie, status, relatie
etc)’. Of in andere woorden: rouwen is de normale reactie op- en verwerking van verlies. Dat
we als verpleegkundigen/verzorgende de verschijnselen van rouwen moeten herkennen
heeft te maken met het vereiste inzicht om een ‘rouwperiode’ te kunnen onderscheiden van
een ‘depressieve episode’. De DSM-5 markeert rouw hierin als een ‘gevoel van leegheid en
verlies’ terwijl bij een depressieve periode een aanhoudende sombere stemming aanwezig is
waarbij men zich niet kan voorstellen dat blijdschap of plezier ooit weer een onderdeel van
het leven kunnen zijn.
Kenmerken van rouw
Lichamelijke verschijnselen die bij rouw aanwezig kunnen zijn oa: gespannen spieren,
verminderde concentratie, vermoeidheid, onrust, overmatig actief, minder goed slapen.
Emotionele verschijnselen zoals verdriet en somberheid waarin ontkenning, schuldgevoel,
woede en wanhoop, kunnen zich afwisselen met gedachten en herinneringen aan de
overledene met positieve emoties en zelfs humor. Ook bij verlies van een baan,
echtscheiding of na diagnose van een ingrijpende ziekte kun je de bovengenoemde
verschijnselen zien.
Veerkracht bij rouw
De mens is gelukkig enorm veerkrachtig en kan vanuit een netwerk van familie en vrienden
op een gezonde manier het verlies verwerken en (wat ik soms hoor zeggen) ‘een plekje
geven’. Alleen dan denk ik altijd: waar is dat plekje dan? Bovenop de boekenkast? Of op het
nachtkastje? Het gaat er naar mijn mening meer om dat je zover komt dat het verlies
samengaat met activiteiten in het dagelijks leven. Het gevoel van het gemis hoort erbij, het
komt en gaat en zal altijd aanwezig zijn voor de rest van je leven. Een uitspraak van
psychotherapeut Hellinger is: ‘rouw is de achterkant van de liefde’. Dit betekent dat rouw
meer is dan de pijn van verlies. Het laat je stilstaan bij wat je (lief)had en de vreugde die je
hebt ervaren. ‘De manier waarop je omgaat met verlies laat zien hoe je met je leven en jezelf
omgaat’ zo beschrijft trainer Jakob van Wielink.
Verstoorde rouw
Het wordt ingrijpender als je ziet dat iemand langer dan 12 maanden een kwellend
verlangend naar de overleden dierbare blijft houden, voortdurend blijft praten over het
verlies en verminderde interesse heeft in de wereld om zich heen met eventueel ernstige
boosheid of bitterheid, zelfverwijt, of zelfs uitingen over zelfdoding zodat men bij de
overledene kan zijn. Dit is een ernstig beeld waarbij professionele zorgverlening geïndiceerd
is. Zie verder de indeling DSM-5.
Verwerking van rouw
Tussen deze uitersten vind je allerlei rouwvormen die bijvoorbeeld van invloed kunnen zijn
op het dagelijks leven en werk. Want om al die levenservaringen met rouw die je opdoet in
het leven, zoals bijvoorbeeld verlies van een moeder op jonge leeftijd, een afwezige vader,
gepest worden op school/werk, misschien wel verlies van identiteit na grensoverschrijdend
gedrag, verlies van toekomstdromen door de coronapandemie, een (ongeboren) kind en zo
kan ik nog wel even doorgaan is er zeker veerkracht aanwezig maar het kan ook te veel
worden. Als je bijvoorbeeld hard bent gaan werken om die onrust in je lijf maar niet te
hoeven voelen en alles wegstopt in een ladekastje in je hoofd kan het zomaar op een dag
gebeuren dat het kastje omvalt en alle shit naar buiten schiet. Zie dan nog maar eens de boel
bij elkaar te houden. Dan wordt het lontje nog korter en in het ergste geval komt een burnout om de hoek kijken.
Aandacht voor verlies en rouw bij de verpleegkundige/verzorgende
De vraag die bij me opkomt is: zijn we als verpleegkundigen/verzorgenden niet meer
ontvankelijk voor intensere verschijnselen bij rouw omdat we dagelijks omgaan met leven,
ziekte en dood? Sinds 2004 ben ik betrokken bij zorg waarbij er veel aandacht is voor de
patiënt met een levensbedreigende ziekte of kwetsbaarheid, de zogenaamde palliatieve
zorg. In 2017 werd het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg Nederland gepresenteerd waaraan ik
een bijdrage mocht leveren. In die hoedanigheid voel ik me ambassadeur van het kader
zodat ik ook hier aandacht aan wil besteden. In het kader is het domein Verlies en Rouw
opgenomen met als standaard:
‘De patiënt, diens naasten, zorgverleners en vrijwilligers ervaren passende aandacht voor
verlies en rouw. Waar nodig of gewenst dient professionele begeleiding beschikbaar en
toegankelijk te zijn. Hierbij wordt extra aandacht geschonken aan nabestaanden die zich in
een afhankelijkheidspositie van de patiënt bevinden’.
In het kwaliteitskader wordt ook beschreven dat er aandacht moet zijn voor verlies en rouw
bij zorgverleners na het overlijden van een patiënt. Rouw van zorgverleners manifesteert
zich namelijk anders dan die van familieleden en wordt maatschappelijk minder herkend en
erkend.
Naar mijn mening komt het erop neer dat we als zorgverlener een ladekastje van ons leven
hebben waarbij al die ervaringen die we dagelijks meemaken met patiënten erboven op
komen. Dit kan tot overbelasting, empathievermoeidheid en burn-out bij de zorgverlener
leiden. Volgens het kwaliteitskader vraagt dit om structurele aandacht onder meer middels
intervisie of supervisie.
Ik denk dat met de positionering en professionalisering van het beroep verpleegkundige en
verzorgende we ook aandacht moeten hebben voor het welzijn van de professional. Daarin
is de aandacht voor onze eigen rouw een belangrijk onderdeel.
(voor verdere uitleg en criteria Kwaliteitskader zie: https://palliaweb.nl/getmedia/02b81c30-
d9be-4c51-83bf-deb1260ccf7b/Kwaliteitskader_web-240620.pdf )
Tot slot enkele tips bij rouw:
- Zorg goed voor jezelf
- Ga op normale tijden naar bed, sta op tijd op en verzorg jezelf
- Eet 3 x dag, bij voorkeur op vaste tijden
- Drink geen alcohol en gebruik geen drugs, medicijnen die emoties verdoven (verslaving)
- Blijf als het kan werken, of doe activiteiten die horen bij het dagelijks patroon
- Beweeg, sporten is goed, rustig wandelen of fietsen ook
- Zorg voor ontspanning door dingen te doen die prettig aanvoelen, zoek contact met vrienden, familie
Zie verder thuisarts.nl
Geef een reactie